De gemeenschap komt in beweging.

17 november 2015 - Kisoro, Oeganda

Dinsdag, 17 november 2015

Vandaag hebben we een vrije dag, geen schoolbezoek en geen optie op een stuk land, tenminste… Het is dan wel bewolkt, maar een geschikte dag om een wandeling door de bergen te maken. Rose, de eigenaresse van de lodge, stelt voor om George, de tuinman van het resort, te vragen of hij een leuke route weet voor ons en om ons te begeleiden. Ruud vraagt ondertussen aan Edwin of hij ook interesse heeft voor een stevige wandeling. Beide heren gaan akkoord en we spreken af om tien uur bij de receptie. Als we de receptie naderen zien we een bekend gezicht die zich bij de heren gevoegd heeft. Het is Peter, hij heeft stevige wandelschoenen aan en is voorzien van een wandelstok. Hij loopt ons tegemoet, en groet ons. Hij vertelt ons dat hij vandaag vroeg op pad was om naar een stuk grond te gaan kijken. Iemand van de gemeenschap wil wel een stuk grond voor de school verkopen voor het bedrag van 35 miljoen U$, omgerekend zo’n € 8500,-. De prijs begint in ieder geval te zakken, en dat brengt ons aan het twijfelen. Op de een of andere manier probeert de gemeenschap de wazungu geld af te troggelen, en dat geeft geen goed gevoel. Peter vraagt ons of we tijd hebben om naar het stuk grond te gaan kijken. We overleggen met Edwin, of we onze geplande wandeling kunnen aanpassen. Wat Edwin betreft is dat geen probleem, het stuk land ligt op de route, en George is al op de hoogte gebracht door Peter. George weet waar het stuk land ligt, en vertelt ons dat het een flinke wandeling gaat worden. Dat maakt ons niet uit, maar het is wel leuk om te weten, dat George inmiddels op de hoogte is van onze plannen. Na een uur klimmen en klauteren, komen we aan bij het bewuste stuk land. Als we Peter aangeven dat het wel een behoorlijke klim naar de school zal zijn voor de kinderen, wuift hij het probleem van de hand. De kinderen zijn gewend om deze afstanden af te leggen, zegt Peter. En als we dan opperen dat het niet eenvoudig zal zijn om bouwmaterialen op deze hoogte te krijgen, zegt Peter, dat de mensen gewend zijn om materialen dragend op hun hoofd naar boven te brengen. Dat is geen enkel probleem. Tja, en water, waar halen we dat vandaan? Ook geen probleem, oppert Peter, de kinderen nemen iedere dag zelf een jerrycan mee naar school, probleem opgelost! Het stuk land zal geëgaliseerd moeten worden, ook geen probleem zegt Peter, met een beetje hulp van de gemeenschap gaat dat vast lukken. Edwin, en George, ondertussen ook deelgenoot geworden van ons project, vinden dat Peter te hard van stapel loopt. Natuurlijk heeft hij de beste bedoelingen, maar nog steeds vinden wij, dat de gemeenschap verantwoordelijk is voor de grond, en dat wij, de wazungu, niet gaan investeren in een stuk grond. De wazungu wil de gemeenschap helpen, en dat moet nog steeds onder de pet van de gemeenschap. We vinden het jammer dat het maïsveld  naast de school niet gebruikt kan worden voor de bouw van de school. Dat zou de meest ideale plek zijn voor de kinderen. Dat stuk land is vlak, en er is ruimte voor een speelveld. Peter krijgt van Edwin en George het advies mee om met de gemeenschap en met het kerkbestuur een dialoog te beginnen. Dat is natuurlijk niet gemakkelijk voor Peter, omdat hij zowel belangen heeft bij de school als bij het kerkbestuur. Peter neemt het advies van de heren met zich mee, en neemt afscheid van ons. Peter neemt een andere weg naar het dorp terug, en wij volgen de route door de bergen die George voor ons uitgestippeld heeft. Onderweg zwaaien we naar de dorpelingen tegen die nieuwsgierig in hun dialect aan George en Edwin vragen: “Zijn dat de vreemdelingen, die een stuk land willen kopen?” De mannen antwoorden dat we niet van plan zijn om land te kopen, dat onderdeel is voor de gemeenschap weggelegd. Ondertussen zijn we bekende mensen in het dorp geworden, wazungu, die plannen met de school hebben.

Wanneer we ’s avonds op ons terrasje voor de tent zitten, zien we Peter vanuit de verte naar ons toe komen. Hij heeft een brief voor ons, die hij ons voordat we morgen vertrekken, wil overhandigen. De brief ontroert ons, waarin de gemeenschap ons bedankt voor de hulp en spullen die we hun bieden. Wij hebben beloofd om een school te bouwen, de gemeenschap zorgt voor een stuk grond. We nodigen Peter uit om samen met ons een drankje te drinken in het restaurant. Tijdens het nuttigen van een drankje begint het stevig te regenen. Peter moet nog een heel end lopen voordat hij thuis is, en het ziet er niet naar uit dat de regen snel zal stoppen. Van een lift met de auto wil hij niets weten, hij trotseert de regen wel. Toevallig heeft Ruud nog twee regencapes in zijn zak zitten. Die overhandigt hij aan Peter, en nadat hij er eentje heeft aangetrokken, nemen we afscheid.

De gemeenschap is zich nu in ieder geval bewust, dat zij verantwoordelijk is voor een stuk grond. We hebben een lange weg te gaan, maar we hebben hoop!

Ruud en Rees

Foto’s